Post by JJJ on May 31, 2014 17:21:05 GMT 1
Bijdrage van Leo Hartveld (FNV) aan de deskundigenbijeenkomst in de Eerste Kamer op 15 april 2014.
PDF
Voorzitter. Vanuit de FNV hebben wij op dit onderwerp drie hoofddoelstellingen.
- Werkgelegenheid en wel in de vorm van volwaardig werk. Dat kan in de vorm van detachering, maar wel vanuit een stabiele baan of bij een werkgever.
- Een eenduidige aanpak.
- Wij willen graag de aandacht vestigen op een paar aspecten van de herbeoordelingen van de Wajong richting de Eerste Kamer.
De werkgelegenheid. Wij hebben in het sociaal akkoord een afspraak gemaakt over 100.000 banen in de marktsector en de overheid heeft daar 25.000 banen aan toegevoegd. Wij zeggen: volwaardig werk is 100 tot 120% wettelijk minimumloon. Mensen moeten perspectief hebben en het moet duurzaam werk zijn. Dat zal inderdaad nog een hele klus worden.
Hoe gaan wij die banen realiseren en hoe kunnen wij die brug slaan tussen de werkgever en de werkzoekende uitkeringsgerechtigde? Daarover hebben wij in het sociaal akkoord afspraken gemaakt in de vorm van het werkbedrijf. Dat is ons inziens het breekijzer voor de arbeidsmarkt om echt een structurele breuk te maken voor de werkgelegenheid voor mensen met een structurele beperking. Dat vergt landelijke kaders en regionale uitvoering. In verband met die landelijke kaders noem ik de loonkostensubsidie, voorzieningen, een no-riskpolis. In de Werkkamer
krijgen wij een discussie over de no-riskpolis van UWV of de no-riskpolis van gemeente X of gemeente Y, terwijl er een prima instrument ligt dat jarenlang gebruikt is. En ik noem de begeleiding. De uitvoering moet natuurlijk regionaal in de werkbedrijven gebeuren. De werkbedrijven zijn van gemeenten, werkgevers en vakbonden. Die hebben die taak om aan de ene kant ervoor te zorgen dat het bestand inzichtelijk is, dat mensen bemiddelbaar zijn en dat zij naar een werkgever toe kunnen. Aan de andere kant moet er werk beschikbaar zijn. Werk is niet een vacature, maar een hoeveelheid taken die passen bij de mensen om wie het hier gaat. Het is een niet zo makkelijke doelgroep, waarvoor in het verleden speciale voorzieningen zijn getroffen. Als wij die naar regulier werk toe willen krijgen, zullen wij onze inspanningen daarop moeten richten. Eenduidige begeleiding, voorzieningen, no-riskpolis, werkplekaanpassingen; die moeten op het niveau van het werkbedrijf beschikbaar zijn. Daar moeten ze met maatwerk worden toegepast. Ten slotte de matching. Wat ons betreft moet daarbij niet alleen de sociale werkvoorziening een rol spelen, maar ook andere instellingen die hebben aangetoond mensen met een arbeidsbeperking te kunnen bemiddelen.
Als derde punt noem ik de herbeoordelingen. Daarvoor wil ik toch even apart aandacht vragen. Wij hebben het heel veel over de SW, maar de groep mensen die nu in de Wajong zit en herbeoordeeld wordt, moet wat ons betreft worden herbeoordeeld op weg naar werk en niet op weg in de glijbaan naar 5% of minder uitkering. Dat betekent – dat verzoek ik de Eerste Kamer – dat er ook recht moet worden gedaan aan de toezeggingen aan vroeggehandicapten die bij de vorige stelselherziening zijn ontzien. Dat zijn mensen die vallen onder het zogenaamde oude of midden arbeidsongeschiktheidscriterium. Dat is een groep die in 2004 is uitgezonderd van keuring, omdat wettelijk is geregeld dat zij blijven vallen onder het oude of midden arbeidsongeschiktheidscriterium. Men heeft daarover van het UWV ook een toezegging ontvangen. Daarnaast is er de groep die in 2004 eenmalig is herbeoordeeld en ook een bericht heeft ontvangen dat het een eenmalige herkeuring betrof.
Ten slotte. Ik ben niet zo zorgelijk, maar ik sluit mij wel aan bij de zorgen over de bezuinigingen, de zorgplicht en überhaupt de aanval die op de sociale werkvoorziening is ingezet.
- Werkgelegenheid en wel in de vorm van volwaardig werk. Dat kan in de vorm van detachering, maar wel vanuit een stabiele baan of bij een werkgever.
- Een eenduidige aanpak.
- Wij willen graag de aandacht vestigen op een paar aspecten van de herbeoordelingen van de Wajong richting de Eerste Kamer.
De werkgelegenheid. Wij hebben in het sociaal akkoord een afspraak gemaakt over 100.000 banen in de marktsector en de overheid heeft daar 25.000 banen aan toegevoegd. Wij zeggen: volwaardig werk is 100 tot 120% wettelijk minimumloon. Mensen moeten perspectief hebben en het moet duurzaam werk zijn. Dat zal inderdaad nog een hele klus worden.
Hoe gaan wij die banen realiseren en hoe kunnen wij die brug slaan tussen de werkgever en de werkzoekende uitkeringsgerechtigde? Daarover hebben wij in het sociaal akkoord afspraken gemaakt in de vorm van het werkbedrijf. Dat is ons inziens het breekijzer voor de arbeidsmarkt om echt een structurele breuk te maken voor de werkgelegenheid voor mensen met een structurele beperking. Dat vergt landelijke kaders en regionale uitvoering. In verband met die landelijke kaders noem ik de loonkostensubsidie, voorzieningen, een no-riskpolis. In de Werkkamer
krijgen wij een discussie over de no-riskpolis van UWV of de no-riskpolis van gemeente X of gemeente Y, terwijl er een prima instrument ligt dat jarenlang gebruikt is. En ik noem de begeleiding. De uitvoering moet natuurlijk regionaal in de werkbedrijven gebeuren. De werkbedrijven zijn van gemeenten, werkgevers en vakbonden. Die hebben die taak om aan de ene kant ervoor te zorgen dat het bestand inzichtelijk is, dat mensen bemiddelbaar zijn en dat zij naar een werkgever toe kunnen. Aan de andere kant moet er werk beschikbaar zijn. Werk is niet een vacature, maar een hoeveelheid taken die passen bij de mensen om wie het hier gaat. Het is een niet zo makkelijke doelgroep, waarvoor in het verleden speciale voorzieningen zijn getroffen. Als wij die naar regulier werk toe willen krijgen, zullen wij onze inspanningen daarop moeten richten. Eenduidige begeleiding, voorzieningen, no-riskpolis, werkplekaanpassingen; die moeten op het niveau van het werkbedrijf beschikbaar zijn. Daar moeten ze met maatwerk worden toegepast. Ten slotte de matching. Wat ons betreft moet daarbij niet alleen de sociale werkvoorziening een rol spelen, maar ook andere instellingen die hebben aangetoond mensen met een arbeidsbeperking te kunnen bemiddelen.
Als derde punt noem ik de herbeoordelingen. Daarvoor wil ik toch even apart aandacht vragen. Wij hebben het heel veel over de SW, maar de groep mensen die nu in de Wajong zit en herbeoordeeld wordt, moet wat ons betreft worden herbeoordeeld op weg naar werk en niet op weg in de glijbaan naar 5% of minder uitkering. Dat betekent – dat verzoek ik de Eerste Kamer – dat er ook recht moet worden gedaan aan de toezeggingen aan vroeggehandicapten die bij de vorige stelselherziening zijn ontzien. Dat zijn mensen die vallen onder het zogenaamde oude of midden arbeidsongeschiktheidscriterium. Dat is een groep die in 2004 is uitgezonderd van keuring, omdat wettelijk is geregeld dat zij blijven vallen onder het oude of midden arbeidsongeschiktheidscriterium. Men heeft daarover van het UWV ook een toezegging ontvangen. Daarnaast is er de groep die in 2004 eenmalig is herbeoordeeld en ook een bericht heeft ontvangen dat het een eenmalige herkeuring betrof.
Ten slotte. Ik ben niet zo zorgelijk, maar ik sluit mij wel aan bij de zorgen over de bezuinigingen, de zorgplicht en überhaupt de aanval die op de sociale werkvoorziening is ingezet.